Bevrijding door vergeving

In Mattheus (18:21-35) staat een geschiedenis over vergeving. Het is een voorbeeld dat Jezus gebruikt om aan te geven hoe belangrijk vergeving is.

Het is in het koninkrijk van de hemel als met een koning die de schuld wilde innen bij zijn burgers. Er wordt een burger bij de koning gebracht die miljoenen schuldig is. De koning beslist dat alles wat de man en zijn gezin heeft verkocht moet worden. De man vraagt om geduld en beloofd alles terug te betalen. De koning krijgt medelijden en en scheld hem alle schuld kwijt.

Buitengekomen ziet de man een bekende die hem een paar tientjes schuldig was. Hij grijpt de bekende bij keel en zegt dat hij de schuld moet terugbetalen. De bekende smeekt om geduld en beloofd alles terug te zullen betalen. De man er niet van weten en wil de bekende gevangen laten zetten om de schuld van een paar tientjes te laten betalen.

De dienaren van de koning horen het en vertellen het aan de koning. De koning laat de man opnieuw bij zich roepen en zegt dat het slecht was wat hij deed en de koning is boos hij had hem uit medelijden de schuld kwijtgescholden. Hij laat de man onder dwang tot de laatste cent alles terugbetalen.

De man betaalt nu niet voor de oorspronkelijke schuld, maar voor zijn wreedheid en niet vergevingsgezinde houding. Jezus vertelt dat het ons net zo zal vergaan als onze naaste niet van harte vergeven. Uit dit verhaal kunnen wij opmaken dat niet vergeven ons met een last opzadelt. Wij zijn niet gemaakt om met de last van wrok, bitterheid of haat te leven. Het kan geestelijk en ook lichamelijk van binnenuit voor probleem zorgen.